Cynthia Ortega-Martijn is zes weken lang op bezoek in Curaçao, St. Maarten en de BES-eilanden (Bonaire, St. Eustatius en Saba) en vertelt u over haar bevindingen. Hier vindt u het verslag van haar vierde week vol werkbezoeken en bijzondere ontmoetingen op Bonaire.
In mijn verslag heb ik er deze keer niet voor gekozen een korte compilatie te geven van de verschillende gevoerde gesprekken en werkbezoeken. Veel mensen hebben mij gevraagd om hen niet te citeren en ik respecteer deze afspraak. Mijn doel is om informatie te ontvangen over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van wet- en regelgeving en de knelpunten waar men tegenaan loopt. Maar ook de mogelijke oplossingen. Al de verkregen informatie zal ik gebruiken om een notitie op te stellen over mijn bevindingen en mogelijke oplossingen en deze voor een reactie uit te reiken aan de minister van Binnenlandse Zaken gedurende het Algemene Overleg van 7 september 2011. Ik zal mij in het verslag beperken tot een aantal zaken die veelvuldig aan bod kwamen.
Mijn vierde week heb ik doorgebracht op Bonaire. Ik was daar als volksvertegenwoordiger van de inwoners van Bonaire. Het eiland is namelijk sinds 10 oktober 2010 een openbaar lichaam. In de Tweede Kamer is het besef nog niet geheel doorgedrongen dat Bonaire onderdeel is van het grondgebied van Nederland. Ook op Bonaire spreekt de bevolking nog steeds over ‘Hulanda’ alsof dat ver van hen afstaat. Dat is ook heel begrijpelijk, in veel opzichten is er een grote discrepantie waar te nemen tussen het openbare lichaam en de gemeenten. Bonaire is op geen enkele manier met welke gemeente dan ook te vergelijken. En daar is te weinig rekening mee gehouden bij de totstandkoming van wet- en regelgeving.
Bonaire heeft ongeveer 16.000 inwoners. Ongeveer 60% van de bevolking is laag opgeleid en behoord tot een lagere sociale klasse. Er heerst armoede en sommige wijken zijn er slecht aan toe. Ik weet van een kerkgemeenschap die het initiatief heeft genomen om voedselpakketten uit te delen aan deze mensen. Zo schrijnend zijn de situaties soms.
Verwantschap
Mijn verwantschap met de Bonairianen maakte het gemakkelijker om met de eilandbewoners in gesprek te komen. Zij hadden op hun beurt mijn optreden in de Tweede Kamer gevolgd gedurende de behandeling van de verschillende wetsvoorstellen. Hierdoor was er vertrouwen ontstaan dat ik naar hen wil luisteren en ook voor hun belangen wil opkomen. Ik kan mij goed verplaatsen in de gevoelens die er heersen en ben bekend met de taal en cultuur.
Iedereen die ik gedurende mijn verblijf op het eiland heb gesproken is bezorgd over de huidige situatie en wijzen erop dat er snel verbetering moet komen. Mensen moeten het gevoel hebben dat er met hen rekening wordt gehouden. Het gevoel is nu dat zij alleen de lasten hebben en niet de baten.
Orde op zaken stellen
Twee jaar geleden was ik voor het laatst op Bonaire en toen was er sprake van een vredig en rustig paradijs waar mensen gemoedelijk met elkaar omgaan. Ik trof nu een Bonaire aan waar sprake is van een gespannen situatie tussen bevolkingsgroepen. Moeten de inwoners van Bonaire maar gewoon wennen aan de nieuwe situatie? Ja, dat moeten zij zeker. Maar een beetje realiteitszin is wel op z’n plaats. Er zijn dingen verkeerd gegaan en de regering en de Staten Generaal hebben de situatie onderschat. Nu is het tijd om orde op zaken te stellen. Na twee jaar is een evaluatie dan ook wel op z’n plaats. Een evaluatie van wet- en regelgeving en het bestuursmodel pas na vijf jaar uitvoeren is niet te rechtvaardigen. Dan blijven we adhoc werken terwijl juist nu structurele wijzigingen nodig zijn.
Armoede onder jongeren
In een eerdere fractieblog sprak ik al over kindermisbruik en –mishandeling op Bonaire. Volgens de mensen op het eiland is door de invoering van de dollar en het nieuwe fiscale systeem de armoede onder jongeren ook sterk toegenomen. Het is dan ook deze groep die zich begint te roeren. De mensen zijn boos en teleurgesteld dat de Rijksoverheid zijn afspraken in onvoldoende mate is nagekomen. Er zijn ook positieve ontwikkelingen te melden zoals in het onderwijs: gratis schoolboeken, geen schoolgeld en nieuwe schoolgebouwen. Echter het ‘zoete’ wordt teniet gedaan door het ‘zure’. Het leven op de eilanden is duur geworden en er is weinig te besteden.
Onderstand
Een ander moeilijk punt is de Onderstand, dat is de bijstand. Sinds 10 oktober vorig jaar gelden hiervoor andere voorwaarden. In november werd iedereen opgeroepen voor een herevaluatie waarna in diverse gevallen de teveel ontvangen uitkering is teruggevorderd. Dit heeft voor veel gezinnen een enorme impact gehad op hun portemonnee. We moeten onze wetten handhaven maar in schrijnende gevallen moet er een mogelijkheid zijn om mensen tegemoet te komen. Het gaat hierbij namelijk niet om moedwillig achterhouden van informatie of fraude.
Mensenrechten
De gevoelens van teleurstelling en zich ‘genomen voelen’ worden met de dag agressiever. De Rijksoverheid moet snel komen met een onderzoek naar de koopkracht en het bestaansminimum vaststellen op basis van de recente prijsontwikkelingen. Niet zozeer omdat de situatie dreigt te escaleren, maar vooral omdat de Rijksoverheid de mensenrechten van de inwoners moet waarborgen.
Rutte ook premier BES-eilanden
Met de Rijksvertegenwoordiger zeg ik dat de gevoelens die leven op de eilanden zo snel mogelijk gekanaliseerd moeten worden. Er moet worden ingezet op een emotionele band met Nederland. Daarnaast moeten uitvoeringsproblemen zo snel mogelijk worden opgelost. Ik doe hierbij een oproep aan de minister-president om te laten zien dat hij ook de premier is van de inwoners op de BES-eilanden. Het is toch vreemd dat hij na tien maanden nog geen werkbezoek heeft gebracht?