Dat hebben we veel horen zeggen door de bezoekers op de Emigratiebeurs 2011.
Nederlanders willen weg van uitlaatgassen en files.
Bijvoorbeeld naar Zweden, in trek als emigratieland.
In 2010 verhuisden 118 duizend Nederlanders naar het buitenland, 6.000 meer dan in 2009. Ook de jaarlijkse Emigratiebeurs in Houten trok dit weekend het recordaantal van meer dan 11.000 bezoekers.
Nederlanders luidruchtig? Niets daarvan. Ze verschillen maar weinig van de Zweden, zijn hooguit wat minder verlegen, wat ondernemender. Precies wat ze in het Zweedse dorp Kinda kunnen gebruiken, zegt 'bevolkingsrecruiter' Ann-Louise Sodersten. Zo denken veel Zweedse gemeenten erover. Een van de hallen op de Emigratiebeurs is gereserveerd voor Scandinavië. Makelaarsadvertenties, beelden van paradijselijke meren, goedkope pre-emigratiereisjes, alle middelen worden ingezet om ondernemers, medisch personeel en ingenieurs te lokken.
Met succes? Hoeveel Nederlanders in Zweden wonen wordt niet bijgehouden, maar vanaf 2005 nam het aantal aanzienlijk toe. Op de lijst van populaire emigratiebestemmingen in 2010 moest Zweden het doen met een zestiende plaats, iets lager dan Canada. Maar als je emigranten die terugkeren naar hun geboorteland niet meerekent scoren de landen aanzienlijk hoger.
'In Nederland ruik je overal uitlaatgassen en als je zondag wilt wandelen sta je in de file om de rode paaltjesroute te kunnen lopen', zegt emigrante Marieke Kitsero (38). `In Zweden en Canada is meer frisse lucht, meer ruimte. Tegelijkertijd zijn de cultuurverschillen niet zo groot dat je er niet thuis kunt voelen.' Kitsero emigreerde in 2006, nadat ze op lijstjes de voor- en nadelen van verschillende bestemmingen tegen elkaar had weggestreept. Zweden won het dankzij de combinatie van natuur, afstand en sociale voorzieningen. Nu staat ze op de beurs voor Jarmland, waar de meeste Nederlanders zich hebben gevestigd.
Soms iets te veel, vindt de accountant: `Zelf probeer ik me verre te houden van die Nederlandse enclaves. Die mensen integreren niet in de Zweedse samenleving. Ze leven er van hun Nederlandse bijstandsuitkering, spreken na zes jaar nog geen woord Zweeds en hechten er vooral aan dat ze een broodje kroket op de hoek kunnen kopen. En zogenaamd zijn ze allemaal vertrokken omdat ze die Marokkaanse immigranten in Nederland zat waren.'
verslaggeefster Inge van der Hoeven
Bron: Volkskrant, maandag 14 februari 2011
Ban Boneiru Bèk ziet deze ontwikkeling ook voor Bonaire en houdt de veranderingen nauwlettend in de gaten voor de BES eilanden. “We moeten nu de mensen die uit Nederland vertrekken goed informeren en niet op het eiland maar voordat ze weggaan”, zegt de nieuwe ambassadrice Ruth-Mary Thodé. Op de stand komen nog veel mensen die niet weten waar de BES eilanden liggen, maar ze zijn wel aan het solliciteren naar een baan. In de presentatieruimte heeft BanBoneiruBek op de emigratiebeurs de belangrijkste punten benadrukt aan de mensen die gaan emigreren. Voor de mensen die gaan remigreren is een videofilm vertoond met de mededeling van de Gezaghebber dat ze van harte welkom zijn en dat Bonaire onze eigen mensen hard nodig heeft om het eiland een gezonde toekomst te geven.
Sinds haar oprichting ziet BanBoneiruBek een toename van meer dan 15% van Caribische Nederlanders naar de eilanden. Maar we moeten meer doen, zegt de voorzitter van BBB. Niet alleen wij moeten dat zeggen, maar juist de werkgevers op het eiland moeten het uitstralen. Bonaire moet geen “duiventil” blijven, we moeten de mensen langer vasthouden. Dat geldt voor de overheden en het onderwijs, maar ook voor de horeca ondernemingen. De emigratiebeurs 2011 heeft weer een stroom van geïnteresseerden op geleverd die hun CV op de website van BBB hebben gezet. De werkgevers kunnen daarvan profiteren en hun CV opvragen bij de redactie van BBB.
De Nederlandse Antillen en Aruba staan nu op de vijfde plaats op de wereldranglijst van (R)emigratielanden, volgens het CBS. Dat zegt veel. Wij staan boven de traditionele emigratielanden Zweden, Canada, Australië en Suriname, zegt voorzitter van BanBoneiruBek en eindigt met te zeggen: “We zien dat er nog weinig financiële medewerking is op de benedenwinden, omdat het nog steeds niet hun (politieke) belang is. Maar langzamerhand zullen de overheden en bedrijven inzien dat daar de sociale stabiliteit en groei van de economie uit voortkomen.”